Wat baat een gesprek of pil.als een mens ZICHZELF niet voelen kan of wil!

Ingrid van Diemen

 

Graag wil ik me aan u voorstellen. Ik ben van oorsprong fysiotherapeut. Twaalf jaar werkte ik in een ziekenhuis en behandelde mensen met allerlei klachten en ziektebeelden. Vanaf 1992 heb ik een eigen praktijk, waarin ik werk met mensen, die emotioneel en fysiek willen leren met zichzelf om te gaan. Mensen, die zichzelf willen leren kennen- vaak door de pijn van het verleden heen.

Va 1983-2000 heb ik cursussen gevolgd bij Bob Moore- healer in Denemarken. Van hem heb ik veel mogen leren  over de werking van ons menselijke energieveld in contact met anderen. Ik volgde bij hem meditatiegroepen en leerde veel over het proces van healing.

 De opleiding  haptonomie, die ik in 1983 begon, bracht me bij het leren  voelen naar de ander. Ik leerde er  voelen in mijzelf, en ik leerde te voelen en ervaren wat er gebeurt  in contact met mijzelf in contact met de ander. Het bewust leren en durven aanraken  bracht nieuwe mogelijkheden in me naar boven. Het is een proces , dat mijns inziens oneindig is en me dus steeds de gelegenheid geeft meer en meer te leren.

 

Mijn werk is mensen aanraken.

Dat gaat niet zo maar vanzelf. We raken mensen vaak aan in het dagelijks leven. We geven elkaar een hand , een kus; we laten via een aanraking zien dat we de ander accepteren.Als het goed is!

          Ik wil u wat vertellen over mijn ervaring in het aanraken van mensen.

In de loop van de afgelopen 25 jaar heeft het lichaam van mensen mij bizonder gefascineerd .en dat doet het nog steeds..en eigenlijk steeds meer.

          Ik sta hier omdat ik me bezig houd met wat mensen voelen. Mensen, die bij mij komen omdat ze pijn hebben- geestelijk en/of lichamelijk. Mensen, die vertellen dat ze zichzelf niet    ( meer) voelen, of eigenlijk nooit gevoeld hebben. Mensen, die vertellen dat ze van alles hebben meegemaakt, daarvoor in therapie zijn geweest, nu weten wat er is gebeurd. Inzicht hebben gekregen,weten dat ze verdrietig zijn, pijn hebben., maar het verdriet, de pijn niet kunnen voelen.

    In mijn therapie raak ik mensen aan. Als je iemand aanraakt kom je haar/hem zeer nabij. Ik treed in de intimiteit van de ander. Iets wat normaal gesproken alleen maar voorbehouden is aan intimi. Maar juist die intimi kunnen zoveel schade hebben berokkend.

Veel mensen hebben pijn opgelopen in hun gevoelsleven. Veel mensen hebben niet geleerd

 te voelen. Voelen moet je namelijk leren. Voelen kan je leren.

Kleine kinderen laten ons dat zien. Hun opgroeiperiode gaat gepaard met letterlijk en figuurlijk vallen en opstaan. Een kindje staat en valt..het bezeert zich. Wat heeft het dan nodig om het weer opnieuw te proberen? Vaak begint dat met troost. Troost voor het verdriet en troost voor de pijn.

Het zoekt bevestiging en rust, het even voelen dat de ouder er is. Een hand, een kus, een pleister- het liefst nog een met bloemetjes, zodat de aandacht voor de wond heel duidelijk aanwezig is. En het wonderlijke vind ik altijd, dat al tijdens dat proces van troosten je  kunt voelen dat de schrik, de wond zich heelt; de aandacht van het kindje richt zich weer naar buiten en terwijl je nog aan het aandacht geven bent, glijdt het alweer van je schoot.

Het is gevoed met gevoel, aandacht, zorg en ..dan gaat het weer

 

Bij mij komen mensen, die me vertellen dat ze zich zelf niet meer kunnen voelen, dat ze niet lekker in hun vel zitten of dat zichzelf niet kunnen vinden. En eigenlijk komt het er altijd op neer, dat het een chaos is in hun gevoelsleven.

Er kunnen zo veel redenen zijn, dat het zo ver gekomen is. Soms is er heel lang sprake van een chaos, soms van kortere tijd. Vaak ook hebben mensen niet geleerd hoe het voelt om zich gevoeld te voelen.

Voelen kunnen we leren. Voelen leren we doordat we contact aangeboden krijgen. Voelen leren we als er wederkerigheid is in contact.

 

Als ik aanraak, zal dat de ander altijd iets doen- altijd zal er sprake zijn van communicatie. De ander zal met mij wel of geen contact aan gaan-Of niet weten wat te doen. Het is allemaal communicatie. Ik ervaar dat in mij aanraking.

 De ander komt naar mij toe, gaat van mij af of wordt heel onrustig- weet niet wat te "moeten" doen. Vraagt ook vaak: "Wat moet ik doen?" Mijn antwoord is dan: "Niets. Voel maar of het goed is dat mijn hand er ligt of niet. En zo nee, zeg het me dan maar gewoon."  Ik voel ondertussen zelf  wat er gebeurt. Gaat de ander weg, komt hij naar me toe of schrikt hij zich een hoedje?

 

Ons lichaam heeft een eigen wijs-heid.

Een wijsheid waar we niet omheen kunnen. Een eigenwijsheid, die vaak bizonder lastig is, tenzij we hem als raadgever beschouwen.

Ons lichaam beweegt-  heel minimaal maar heel duidelijk. In wat we doen, in wat ons gevraagd wordt, in contact met anderen. Als je heel stil luistert in jezelf- en even je gedachten uitschakelt, dan kun je voelen of je beweging ergens naar toe is of er vanaf gaat,...wil je wel of wil je niet?

Het is lastig als je met iemand in gesprek moet, die je eigenlijk tegen staat. Je lijf wil niet, je hoofd vindt wel. Vaak wint het hoofd. Maar ons lijf reageert wel. Hoe voel je je na zo'n gesprek?  Uitgeput, moe, geirriteerd? En wat heeft het opgeleverd? Was het uiteindelijk echt de moeite waard.....kwam je werkelijk tot een consensus?

 Ons lichaam liegt niet. Ons lichaam vertelt ons de waarheid. Als we er niet naar luisteren, doen we onszelf erg tekort. Raken we vaak het spoor in onszelf kwijt, manipuleren onszelf zonder dat we het weten. We raken onze grenzen kwijt, .en onze duidelijkheid en uiteindelijk ons gevoel voor eigenwaarde. En dan gaat het vaak vroeg of laat mis.

Ik noemde net het woordje EIGENLIJK. Wat is dat eigen-lijk?

Eigenlijk zeggen we het vaak, maar luisteren er niet zo serieus naar. Hoe vaak zeggen we niet: "Ik doe het wel, maar eigen-lijk had ik liever iets anders gedaan." Het zegt iets over ons zelf.

Ons voelen gaat eigenlijk voor ons denken uit, niet andersom.

Natuurlijk is ons denken heel belangrijk, maar het voelen vertelt ons iets over datgene wat wezenlijk goed voor ons is, wat ons eigen is.  Zoals kinderen vaak heel primair aangeven wat goed voor hun is, zij luisteren nog naar hun lichaam. Volwassenen zeggen echter vaak tegen ze dat wat ze voelen niet klopt.

En dan onstaat de verwarring.

Een andere verwarring ontstaat als mensen fysiek of mentaal worden bedreigd, mishandeld, afgewezen. Dan ontstaat er zo'n negatieve voedingsbodem, waardoor alles wat er op komt te liggen verward wordt geinterpreteerd.

In een gesprek spreken we elkaar aan op onze ratio- op ons begrip. In de aanraking spreken we elkaar aan op  gevoel- een ander soort contact. Op het verbinding maken met elkaar. Als je elkaar aanraakt, kun je niet om elkaar heen- je moet er wat mee; je doet er wat mee- of niet!

Met name de intimiteit komt er in naar voren.

Volgens het woordenboek is contact: aanraking; voeling; verbinding tussen twee elektrische geleidingen.

Wij hebben allemaal een energieveld om ons heen. Dat energieveld verandert onder invloed van een ander energieveld. Wij zullen veranderen als iemand ons heel nabij komt. In een gesprek kan dat gebeuren, als we elkaar raken, aan-raken in het gesprek- dan valt er vaak een stilte als er werkelijk contact is. Woorden zijn dan niet zo belangrijk, wel belangrijk is het contact dat er is. Mijns inziens gaat het primair om het begrijpen en begrepen worden. Het zich begrepen voelen.

Als er een begrepen gevoel is, dan ontstaat er rust. Dan kan iemand zich zelf ervaren- in de be-leving komen met zichzelf

Ook zo gebeurt dat in de aanraking.

Als ik iemand aanraak, is het voor mij nodig dat ik een bepaalde openheid voel naar de ander Je zou kunnen zeggen- dat ik nieuwsgierig ben naar de ander. Wie is die persoon?

Als de ander me tegen staat, dan zal ik niet kunnen aanraken. Belangrijk is het  om voor mijzelf dit te registreren en bij mezelf na te gaan wat er aan de hand is. Waarom kan ik de ander niet aanraken?

Vaak besef ik op zo'n moment dat er  nog  geen openheid is. Ik mag of kan niet bij de ander komen. Het is als een fysieke barriere, die er tussen mij en de ander staat. Als ik dit benoem, geeft dat vaak al opluchting( ontspanning), ruimte in het contact; er hoeft niets.

Er is erkenning voor de barriere.

Als die barriere er is dan zal ik het eerst met mijn client erover hebben of we samen de proef op de som kunnen en willen nemen. Zodat de ander kan voelen wat er gebeurt- of ik wel of niet te vertrouwen ben. Een valkuil is, dat veel mensen al snel zeggen: "Ik vertrouw je wel!"

Mijn  antwoord is dan meestal, dat dat iets is wat je niet bij voorbaat kunt weten. Je mag het hopen dat de ander is te vertrouwen, maar of het daadwerkelijk zo is dat kun je alleen maar ervaren.

En om die ervaring gaat het .

 

Naderen vraagt juist don, maar eigenlijk altjjd, veel zorgvuldigheid. Het vraagt om rust, eerlijkheid en vooral afwezigheid van manipulatie.

Manipulatie is er zo vaak de oorzaak van dat mensen zich niet meer durven toe te vertrouwen aan een ander. Het vertrouwen is geschonden, het is weg- dan mag en kun je dus niet dichterbij komen- laat staan aanraken. Het benoemen hiervan geeft vaak weer ruimte, omdat de ander voelt dat de barriere wordt ervaren, gezien, begrepen.

Voordat ik iemand aanraak, zal ik altijd vragen of dat mag. Vaak weet de ander dat niet- wil wel, maar ja , wat is willen, als je niet weet wat er gaat gebeuren?

 

In aanraken heeft onze wil zo weinig effect. Er kan ook geen sprake zijn van een effect. Er kan alleen sprake zijn van een affect. In aanraken gaat het om affectie en niet om effectiviteit.

Heel voelbaar is dit bij het ongeboren kindje. Een affectieve, liefdevolle aanraking van  de buik van de moeder- als de moeder haar buik toevertrouwt aan de hand, die haar aanraakt, zal het kindje reageren. Al in de 20e week van de zwangerschap voel je het kindje zich nestelen in je hand, het kruipt erin en nestelt zich. Later zal het zich gaan bewegen en gaan reageren op de reeds bekende hand. Zo gauw als je je hand neer legt, zal het gaan reageren- dit hoeft niet een wilde beweging te zijn, maar is vaak juist een hele zachte , rustige intieme beweging; het kindje laat zich voelen.

Wat zich bij een kindje zo oorspronkelijk en vanzelf ontwikkelt, omdat een kindje zo ontvankelijk is voor contact- er zo open naar is, zal zich na de geboorte vaak voort zetten. Een kind zoekt in de meeste gevallen naar contact. Het zoekt naar de bevestiging van de ander. Het groeit in het contact en kan zich erdoor gaan hechten- en later onthechten.

Dat ervaren we bij een kindje dat zich bezeert. In de schrik en de pijn zoekt het het contact met de ouder, de veilige. Het heeft behoefte aan aandacht, rust en veiligheid. Als het troost vindt in het contact, dan zal het tot rust komen en eigenlijk meteen zijn eigen weg weer gaan zoeken.

Ik ervaar ditzelfde fenomeen ook steeds weer in mijn werk- nu met volwassenen. Vaak volwassenen, die zich eenzaam zijn gaan voelen. Die zichzelf niet meer kunnen voelen. Niet meer weten wat ze voelen. Vaak verkeerde aanrakingen hebben ervaren. Die zich afgewezen hebben gevoeld, weg geduwd, bezeerd, gekwetst, gekleineerd, gemanipuleerd.

Vaak hebben mensen het vertrouwen in het contact met de ander verloren en zijn daardoor ook het vertrouwen in zichzelf kwijt geraakt. En dit is vaak een weg geweest van pijn,verdriet en angst......en vooral van eenzaamheid.

Het weer ervaren, dat aanraken warmte geeft, troost biedt, rust geeft en vooral dat er dicht bij huis, in huis ( in het eigen lichaam)  zo ontzettend veel te voelen en te ervaren valt, maakt mensen vaak enorm nieuwsgierig  naar zich zelf. Vaak willen ze weer meer weten van zich zelf. Leren dat er ook veel goeds te ervaren valt in zichzelf. Mensen gaan ont-dekken dat ze in zich zelf een eigen wijsheid hebben, die ze kan helpen op hun weg, in hun dagelijks leven. En dat ze  woorden voor kunnen vinden en kunnen geven aan hun gevoel.

 

Het gevoel  uitspreken is enorm heilzaam, zoals ik het ervaar. Vaak zijn er zulke simpele woorden, die zo sterk spreken, die zo'n enorme kracht hebben, die zo diep raken. Het gaat niet om een mooie uitleg, maar het gaat om het mogen en durven uitspreken van gevoelens, die diep van binnenuit komen. Die niet liegen, die niet manipuleren, maar die vanuit de diepte waar zijn.

Ik bemerk steeds weer, dat in het mogen aanraken van mensen, ik een poosje heel nabij wordt gelaten. In vertrouwen wordt genomen en dat als dat vertrouwen gevoeld is, dat ik dan weer afstand kan nemen, zodat de ander zonder mij en in het vertrouwen van zichzelf verder kan gaan. Het verduidelijken van de grenzen, die er zijn- het duidelijk maken dat de grenzen, die er zijn gerespecteerd kunnen worden, biedt vaak nieuwe perspectieven. Het kan leiden tot een heling van de pijn, die eerder in het leven is opgelopen.

Uiteindelijk zal het leiden tot een grotere belastbaarheid in het leven.

 

Om terug te komen op de titel van mijn verhaal: Wat doet een gesprek of pil, als een mens zichzelf niet voelen kan of wil?

Ik geloof, dat een gesprek of pil heel veel ondersteuning bieden in het proces van heling.

Het gesprek of de pil kunnen troost bieden, evenals de aanraking als er maar een voelbare aandacht in ziten dat is wat degene, die hulp biedt, mijns inziens dient te geven.

Zodat degeen die hulp zoekt kan voelen, dat hij waarde heeft voor de ander. Dat het de moeite waard is om contact te leggen.

Deze week was ik natuurlijk mijn gedachten aan het formuleren over wat ik hier wilde gaan zeggen. Ik kreeg veel moois aangereikt door wat clienten mij terug gaven in woorden.  Een uitspraak daarvan was:" Ik gebruik je handen om te helen! Ze geven me rust, veiligheid en aandacht". Toen ik dat terug kreeg,voelde ik in mezelf : "Dit is goed, dit is waar het om gaat".

Er kwam ook het beeld op van een man, die ik begeleid sinds twee jaar. Hij is vanaf zijn 4e jaar mishandeld en geslagen door zijn ouders. Ondanks dat heeft hij zich kunnen ontwikkelen tot een oprecht mens. Hij kwam bij mij omdat hij zich zelf gewaar was geworden door zijn twee kleine kinderen. Zijn kinderen raakten hem graag aan. Hij bemerkte dat hij geen aanraking kon voelen- het voelen was hem vreemd. Hij had het verdrongen.

Op mijn vraag aan hem destijds bij de intake of hij zich kon herinneren ook wel eens "goed" aangeraakt te zijn, dacht hij even na en zijn gezicht lichtte op toen hij mij antwoordde: "Ja, als kleuter was er een juffrouw, bij wie ik in de klas zat. Zij nodigde mij een keer uit bij haar op schoot te komen zitten. .en die schoot, daarin voelde ik me welkom. Ik voelde dat ik er even in kon uitrusten. Die schoot zal ik nooit meer vergeten. In al mijn ellende wist ik dat er iets goeds was!"

 

En dit is waar ik graag mee wil eindingen:

Het gaat er, zoals ik het ervaar, lang niet altijd om wat we geven maar hoe we het geven!