EMDR Workshop Hans-Jaap Oppenheim. ( werkzaam bij GGZ- Duin- en Vechtstreek)

Achtergrond EMDR

EMDR staat voor Eye Movement desentization reprocessing. De methode is ontwikkeld door Francine Shapiro, een Amerikaanse psychologe, die tijdens een wandeling in het park door te kijken naar de rimpelingen in het water, tot nieuwe inzichten kwam en ervoer  dat haar spanning afnam. Op basis van deze ervaring heeft ze haar methode ontwikkeld. In 1989 maakte ze haar methode wereldkundig door middel van een publicatie.

De methode is met succes toegepast op militairen met traumatische ervaringen in de Vietnam- en Golfoorlog. Er zijn 20 onderzoeken gedaan naar de effecten van de methode, de resultaten laten positieve effecten zien.

In 1993 is de methode naar Nederland gehaald, onafhankelijk van elkaar, door Ad de Jongh, angsttandarts en door Erik ten Broeke, psycholoog.

EMDR wordt inmiddels erkent als een goede methode om PPTS te behandelen zoals ondermeer cognitieve therapie. Zoals elke methode en therapie is ze door sommigen als "omstreden" aangemerkt, bv hoogleraar Van der Does trekt de methode ernstig in twijfel.

Hans-Jaap Oppenheim rekende zichzelf in het begin ook tot de sceptici. Wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van de methode overtuigde hem deze methode serieus te nemen en te gaan toepassen.

Kenmerken van EMDR

-         Het werkt snel

-         (lijkt) eenvoudig met een duidelijk protocol

-         Non-verbaal

-         Mild voor de patiënt, niet belastend zoals gedragtherapie

-         Minder uitval tijdens de behandeling

Effecten

-         De emotionele spanning, arrousal verminderd

-         Explorerend effect, dwz dat aangrenzende kennisgebieden geactiveerd worden (minder "koker werking", emotioneel vastzitten in het probleem)

-         Cognitieve verandering; veranderende inzichten

Basisprotocol EMDR

-         Diagnose

-         Contra-indicaties: trauma nog gaande, onveilige situatie, instabiele leefomgeving, veel stress, verslaving, ernstige instabiliteit

-         Procedure met de cliënt bespreken: informatie, sociaal vangnet, copingsvaardigheden aandragen zoals: angstmanagement en stabiliteitstechnieken.

Fases in de behandeling:

1.       Optimale activatie, cliënt op scherp zetten ( stimulus-, betekenis- en responsaspecten).

De cliënt concentreert zich op target, de negatieve cognitie en emotie.

Cliënt laten vertellen, subjectief verhaal: de film van het trauma. Het targetbeeld: foto  bepalen: wat raakt het meest, de eigen betrokkenheid in de situatie. Bepalen wat de meest negatieve cognitie is en welk gevoel dit oproept en de gewenste positieve cognitie, hoe wil je je voelen. Cognitie en gevoel worden geschaald: Cognitie: VOC 1-7, hoe waar voelt de gedachte. En hoeveel spanning levert dat op SUD: spanningsmeter 1-10.

 

Om bovenstaande te illustreren laat Hans-Jaap Oppenheimer een videofragment zien van een vrouw met een jeugdtrauma op het gebied van seksueel geweld.

 

2.       Desensitatie, de techniek van EMDR in de vorm van het volgen van de vinger of de klikjes die worden aangeboden, 30/40 seconden. Steeds wordt gevraagd: volg de vinger, volg de klikjes, volg de pijn en welke associatie komt er bij de cliënt op? In dit geval is het "onmacht". Naar weer een serie klikjes: komt 'bloed' bij de cliënt op. Hier word niet inhoudelijk op ingegaan, maar gezegd concentreer je hierop plus een serie klikjes. Wat komt er in je op? Antwoord "verminking" Gevolgd door een serie klikjes. Wat komt er in op? "Losgelaten worden". Bij deze associatie wordt de cliënt beduidend rustiger. De eindassociatie is "douchen" en " kalmte". De spanning bij het beginplaatje is 10, na de associatieketen 3.

Vervolgens gaan therapeut en cliënt terug naar een nieuw aspect van het "plaatje": het mes. Er volgt een nieuwe reeks associaties. Aan het eind is de spanning (SUD) 0 en de cognitie (VOC 7). Dat wil zeggen: ik voel dat het waar is en dat ik het beeld aankan. De therapeut besluit met: "zeg tegen jezelf: ik kan het aan".

 

3.       Installatie, de positieve afsluiting. Wat is de meest positieve dat je deze zitting over jezelf hebt geleerd. In dit geval was dat: "ik ben sterker dan ik dacht en kan meer aan dan ik dacht aan te kunnen". Kernafspraak is ik ben een sterk mens.

Vragen en verdere toelichting:

Gera Schäperclaus, 22-3-2012. SPM/Balint 15-3-2012