Kunnen we met voeding (supplementen) iets bereiken?
Piet Sollie, apotheker.

De laatste 15 jaar merken we een duidelijke stijging in het gebruik van voedingssupplementen. Op het eerste gezicht lijken deze producten een plaats te hebben , ergens tussen 'gezonde voeding'en geneesmiddelen. Omwillen van de publiciteit die er gemaakt wordt voor deze producten en om de gebruiker te beschermen, is de Europese en Belgische wetgeving hieromtrent aangepast. Ik geef een kort overzicht hoe het EFSA dit heeft aangepakt.

De typische eigenschappen van geneesmiddelen zijn dat ze een therapeutisch effect hebben en een bewezen werking.
Typisch voor voedingssupplementen is dat ze fysiologische processen onderhouden, ondersteunen en optimaliseren. Ze mogen claims gebruiken naar de eindgebruiker, als die worden goedgekeurd door het EFSA. Het toekennen van claims gebeurt volgens een procedé, dat verschilt van het toekennen van een werking van een geneesmiddel. 
Sinds de strengere wetgeving op voedingssupplementen komen er meer medische hulpmiddelen op de markt. Ze kunnen met hun mechanische werking ook een invloed uitoefenen op het functioneren van het lichaam.
Over verschillende interessante supplementen zijn vele uitgebreide studies verschenen. Als voorbeeld haal ik gember, acetylcysteine en glutamine aan. Een onderscheid dringt zich op tussen de fytotherapeutische preparaten en hoog gedoseerde enkelvoudige nutriënten, die men in de literatuur ook terug vindt als 'pharmaconutrition'.