Impact van oorlog op kind en gezin en de rol van de hulpverlening

 

W.H.G. Wolters

 

Tijdens de eerste wereldoorlog correspondeerden Freud en Einstein over de vraag: Waarom Oorlog?

Een echt antwoord vonden ze niet. Ook voor hen bleef er het raadsel van de haat en de onvergankelijkheid van het primitieve zieleleven. Onlangs sprak Ladan, eveneens  psychoanalyticus over het verlangen naar oorlog in een poging deze vorm van uitzonderlijke destructiviteit te begrijpen. Gegeven is dat de na de tweede wereldoorlog uitgesproken hoop en verlangen  nooit meer oorlog! niet alleen niet in vervulling is gegaan, maar dat dit ook een soort permanent verschijnsel is geworden van ongekende wreedheid en omvang. Nieuw is daarbij dat burgers nu veel vrouwen en kinderen bij uitstek slactoffer zijn van die vele (regionale) oorlogen. Nieuw is ook dat de internationale gemeenschap nu tijdens of vrij snel na die oorlogen hulp biedt.

 

De specifieke politieke, ideologische en culturele factoren bepalen niet alleen het soort geweld dat gebruikt wordt en de houding die tegenover slachtoffers wordt aangenomen (Rwanda, Cambodja, Palestina), maar kunnen ook slachtoffers van oorlog helpen weerstand te bieden of te overleven. Moderne oorlogsvoering is vooral ook een mediawar; de media zijn instrument ter voorbereiding en instandhouding van (oorlogs)geweld en beinvloeden ook de positie van slachtoffers en de hulpverlening. Selectieve aandacht voor slachtoffers is een gevolg van selectieve aandacht in de media voor specifieke oorlogen en andere extreme vormen van geweld. De impact van oorlog en geweld op kind en gezin heeft universele kenmerken, maar is ook afhankelijk van locale politieke, economische en culturele factoren. Aan de hand van onderzoeksgegevens zal dit worden toegelicht. De betekenis van de traumatische ervaringen van slachtoffers in oorlogsgebieden en de manier waarop hulpverleners en internationale organisaties en ngo's daarmee omgaan roept de nodige vragen op. Het ptsd-concept wordt te vaak voor politieke doeleinden gebruikt en versluiert het zicht op de secundaire gevolgen van oorlog en geweld, die rampzalig kunnen zijn, zoals armoede, werkeloosheid, afbraak van gezinsverbanden, verandering van esksuele moraal etc.

In deze inleiding zal middels casuistiek materiaal het een en ander worden belicht. Uitvoeriger zal worden ingegaan hoe de hulpverlening aan slachtoffers van oorlogsgeweld vorm krijgt vanuit het GAZA Community Mental Health program, waarbij ook de positie van de hulpverlener aan de orde komt.

 

Leerpunte: